De Voies Vertes van de Mayenne

Van kasteel naar kasteel via jaagpad en spoorwegen

 

De langste ononderbroken natuurfietsroute van Frankrijk ligt langs de Mayenne krijg ik van een Fransman te horen. Dat de Mayenne een gelauwerde historische streek was en tussen Normandië, Bretagne en de Loire ligt, wist ik toen nog niet? Maar eenmaal geweest, staat het voor altijd op de kaart!

 

La Mayenne

La Mayenne is een rivier die in Angers in de Loire uitmondt. Het departement Mayenne situeert zich ten noorden van de Loire en behoort tot één van de 15 departementen met het label ‘Département d’Art et de l’histoire’. Historisch heeft de Mayenne heel wat te bieden met de steden Mayenne, Château-Gontier en Laval als blikvangers aan de rivier. Belangrijkste historische sites in bereik van deze reportage zijn de Romeinse stad in Jublains en het middeleeuwse Ste-Suzanne. Metaalindustrie en weverijen waren de voornaamste industrieën vanaf de middeleeuwen. Vandaag zijn dat veeteelt en landbouw met zuivelproducenten van Le President (in Laval) en appelcider als belangrijkste producten.

Fietsen langs de Mayenne betekent ook dat je van kasteel naar kasteel trekt en om in de sfeer te blijven hebben de fietsreisorganisatoren Belgian Biking en Safran Tours een familie fietsarrangement in hun reisbrochure opgenomen met dagafstanden van amper 22 tot 38 km. Verblijven doe je in een kasteelhotel, een hotel in een bourgeoisiehuis en een chambres d’hôtes (gastenkamer) in een Manoir. Tussen deze logies is bagagetransfer mogelijk en fietsverhuur in samenwerking met een plaatselijke fietsverhuurder uit Mayenne vanuit het kasteelhotel La Marjolaine in Moulay.

www.lamarjolaine.fr

Hotel La Marjolaine: Le Bas-Mont, F-53100 Moulay, tel: +33 2 43 00 48 42

 

De Voies ‘nature’ van de Mayenne

De Mayenne is een vrij onbekende Franse streek waar het fietstoerisme al geruime tijd zijn weg gevonden heeft maar doordat het geen aansluiting heeft tot een belangrijke fietsregio weinig tot niet bekend is. Hierin komt verandering wanneer het departement Maine-et-Loire in de komende jaren het verlengstuk van het jaagpad van de Mayenne uitbouwt tot Voie Verte waardoor het geschikt is om te fietsen en aansluiting geeft op de fietsroute Loire à Vélo in Angers. Het 85 km lange jaagpad van de Mayenne alsook 128 km oude spoorwegen zijn omgezet in natuurpaden met een fijne grindbedekking en opengesteld voor wandelaars, fietsers en ruiters. De Voie Vertes zijn duidelijk aangegeven met grote borden en om de kilometer staat er een kilometerpaal met verwijzing in beide richting van afstand tot het volgende dorp of plaats. Toerisme Mayenne (CDT Mayenne) geeft zowel een brochure uit over de Voies Vertes en de vallei van de Mayenne als een toeristische kaart waarop de routes staan ingetekend. In de eerste brochure vind je alle informatie terug over fietsvriendelijke logies met inbegrip van campings, fietsverhuur en inkeermogelijkheden.

www.tourisme-mayenne.com

 

GPX-track: www.routeyou.com/route/view/341432/randonnee-a-velo-la-mayenne-1.fr

                   www.routeyou.com/route/view/342586/randonnee-a-velo-la-mayenne-2.fr

                   www.routeyou.com/route/view/346999/cycle-route-la-mayenne-laval-st-suzanne-mayenne-moulay.en

                   www.routeyou.com/route/view/342713/randonnee-a-velo-la-mayenne-4.fr



Het jaagpad en de rivier (66 km)

Uiteraard zijn we niet gekomen voor ritjes van 20 km en hebben aan de hand van de bovenvermelde brochures zo ons eigen route samengesteld. Een combinatie van de Voie Vertes en kleine autoluwe departementale wegen. Als graven ontwaken we in ons kasteel dat op een kleine verheffing aan de rivier de Mayennne ligt. De huurfietsen zijn al aangevoerd en staan in de kapel gestationeerd samen met een vijftiental mountainbikes, eigendom van het hotel zelf. Na het ontbijt zijn we ermee weg. Als eerste dag staat het jaagpad lang de Mayenne geprogrammeerd. We waren bang voor de term natuurpad. Ongegrond blijkt, fijn grind op een hard ondervlak maken dat de fietsen vlotjes voortbewegen. Al snel staan we aan een eerste sluis, de eerste van zovele, maar wel een speciale. Het sluishuisje is één en al bloemenweelde met een prachtige plantenborder in geel, oranje, blauw en roos. In een hutje wordt koffie en taart geserveerd … en wijn. De eigenaars zijn precies natuurliefhebbers, voortbewegen doen ze zich met fiets en fietskar voor het dochtertje. Het volgende sluisje is eveneens de moeite waard en de volgende is weer omgebouwd tot eethuisje. Aan iedere sluis stonden oorspronkelijk aan weerszijde van de rivier watermolens die dienden voor het wassen van het linnen en het looien van leer. Nu resten nog alleen ruïnes. Daartegen zijn de meeste sluishuisjes nog bewoond en de houten sluiswachtershuisjes ernaast zijn omgebouwd naar toeristentoiletten. Aan de sluizen staan ook infoborden met uitleg over de werking ervan, over het visbestand, de fauna en flora, … Rijke gronden trekken rijke personen aan en op de oevers van de rivier treffen we dan ook verscheidene renaissancekastelen aan in de buurt van de rivieroever of boven op de valleihelling. Meest opvallend zijn het door torentjes geflankeerde Château d’Orange en het Château du Ricoudet dat geïnspireerd is op de Italiaanse villabouwstijl. Ook bij het binnenrijden van Laval, de grootste stad van het departement, treffen we een sluis aan, gevolgd door een treinviaduct uit 1854. De oude brug staat op de plek waar vroeger een doorwaadbare plaats in de rivier was. Aan de overzijde ligt de middeleeuwse burcht uit 1020 gebouwd ter bescherming ervan, erachter lopen straatjes met oude vakwerkhuisjes de heuvel omhoog. We steken de oude brug oever en vervolgen het jaagpad langs de andere oever. Dat het jaagpad hier van oever veranderd wijst op het feit dat dit vroeger een tolbrug was, niet alleen voor de schepen maar ook voor wie de stad in wilde. Aan het einde van de stad staat langs het kanaal de Romaanse kerk van Avénieres. We zijn zowat halverwege onze rit naar Château-Gontier. De oevers raken dichter begroeid en steeds meer en meer kastelen duiken op. Ja, de rivier gaat nooit vervelen en voor Franse normen uitermate goed uitgebouwd met rustpunten, inkeermogelijkheden en zelfs toiletten … en dit al meer dan 10 jaar lang. Overnachten doen  we in een hotel annex bourgeoisiehuis met prachtig park. Ze hebben er iets met koeien, overal komen we porseleinen exemplaren tegen. In handtasvorm, een superkoe of eentje in Tiroler kostuum met wandelspelden … er zit zelfs een fietsende koe bij.

www.parchotel.fr

Parc Hotel: Avenue Joffre 45, F-53200 Châtea-Gontier, tel: +33 2 43 07 28 41

 

Spoorwegen en musea (53 km)

Ze staat nog niet ingetekend op de brochure, het fietspad dat vanuit Château-Gontier aansluiting geeft op de Voie Verte naar Chemazé. Ook hier weer een glad grindpad met kilometervermelding en dergelijke. Het is maar een kort stukje dat we het pad volgen want we moeten de andere richting uit, terug naar Laval en dit over de Voie Verte van Renazé naar Laval. Om deze te bereiken maken we gebruik van lokale weggetjes. Het landschap is licht heuvelachtig met graanvelden, weiden en akkerlanden. We fietsen langs een kasteel met twee merkwaardige met gaten doorboorde ronde poorttorentjes. Typisch zijn boerderijen met stallen van speksteen, eentje is gesierd met een beplanting van hortensia’s en eendagsbloemen. De wegranden zijn begroeid met vele wilde planten als klaprozen, margrenieten en vele kruidachtigen. De Voie Verte van Renazé naar Laval staat ook wel bekend als de museumroute vanwege de musea in Renazé, Craon, Denazé, Cossé-le-Vivien en Laval. Wij stappen bij manier van spreken pas na Craon op de trein naar Laval en maken onderweg kennis met de Jardin Secret du Grand Boulay en het Maison de la Forge in Denazé. Het meest bizarre museum onderweg is dat wel van de kunstenaar Robert Tatin in Cossé-le-Vivien. Bizarre naar Boeddhistisch en Zuid-Amerikaans getinte architecturen, sculpturen, schilderijen, tekeningen en kramieken. We verlaten de Voie Verte en fietsen naar het centrum van Cossé-le-Vivien om een hapje te eten. Normaal kan je tegen zeer economische prijs in Frankrijk een dagschotel of dagmenu eten, maar het is weekend en dan hanteren ze deze formule niet en zijn we genoodzaakt om onze honger te stillen in het restaurant L’Étoile. We beklagen het ons geen minuut, voor € 17 krijgen we een gastronomische sterrenmaaltijd geserveerd waar we onze vingers aan aflikken. Voor we Mayenne bereiken fietsen we nog door een prachtig bos met enkele rotspartijen. We overnachten in een Manoir, een privé-kasteel met gastenkamers, uit de 15de E. Om het te bereiken moeten we een kilometer over een fietsstrook langs een drukke winkelboulevard. Het kasteel is versterkt door een vierkante muur en twee vierkante torens en er rond ligt een park met oude majestueuze bomen. Een droomlocatie, zeker als je via de authentieke stenen wenteltrap de dakkamer bekleedt.

www.manoirderouesse.com

Manoir de Rouesse: Rue Allende 4, F-53000 Laval, tel: +33 2 43 69 94 03

 

Het middeleeuwse Sainte-Suzann

(94 km, in te korten tot 54 km of op te delen in 2 etappes 40 + 54 km)

We fietsen door de stadspoort Bucheresse, een smalle poort tussen twee massieve rondtorens, het historische centrum van Laval binnen. De poort maakte deel uit van 1100 m lange middeleeuwse omwalling met 27 torens en 3 poorten. Van de middeleeuwse versterkingen resten buiten de stadspoort nog delen van de noordelijke en zuidelijke stadsmuur, de oude burcht en de middeleeuwse brug gebouwd op de plaats van een Gallo-Romeinse doorwaadbare oversteekplaats. Naast de burcht werd in begin 16de E begonnen aan de bouw van het nieuwe kasteel dat in 1850 zijn huidige uitzicht verwierf.

Sainte-Suzanne ligt in het westen en Laval verlaten in die richting betekent 1 km over een onvermijdelijke in de week zeer drukke viervaksbaan. Om deze te vermijden is het al verscheidene kilometers omrijden. In ieder geval gaat het naar het richting het riviertje Jouanne. Vandaag wacht ons een heuvelachtig coulisselandschap. Boven op een heuvel ligt het stadje Argentré, maar we dalen naar het riviertje dat we opnieuw verlaten via een rustig beekvalleitje met varens langs het wegje. We hebben de keuze verder via kleine wegen naar de middeleeuwse site van Sainte-Suzanne of een kortere route rechtstreeks naar de Voie Verte van La Chapelle-Anthenaise naar Mayenne. We fietsen via La Chapelle-Rainsouin en St-Léger naar de boven het riviertje de Erve op een rots pronkende middeleeuwse site van Sainte-Suzannne. Je kan volledig omheen de omwalling fietsen over een grindpad en via één van de poorten naar binnen gaan, maar voor het indrukwekkendste beeld moet je naar de heuvel aan de overzijde van de rivier. Onrealistisch middeleeuws, alsof je naar een schilderij kijkt of is het een prent uit een strip van de Rode Ridder. Het kasteel, de donjon, de muren, de torens, de poorten, de kerk … 400 jaar middeleeuwse bouwkunst op enkele vierkante meters. Het kasteel herbergt een architecturaal en streekmuseum over de Mayenne dat d.m.v. een audiovisuele voorstelling en verscheidene vitrines een reis door de geschiedenis maakt. Het is heerlijk kuieren over de verdedigingsmuren en de kleine straatjes met huisjes, cafeetjes en restaurantjes met smeedijzeren uithangborden, aan de gevels bevestigde vlaggen en luikjes in het groen, bruin, blauw, ...

Over de D9, een autoluwe verkeersweg, fietsen we naar Montsûrs waar we het riviertje de Jouanne terugvinden. We volgen de vallei min of meer naar Saint-Céneré. Hierbij volgen we een even een spoorweg. Saint-Céneré is een dorpje met enkele watermolens. We dalen naar de rivier, steken hem over en klimmen te vallei uit waar de opnieuw de spoorweg aantreffen. We gaan eronderdoor en we staan bij onze laatste Voie Verte, deze van La Chapelle-Anthenaise naar Mayenne. We fietsen door holle wegen onder bruggen door, tussen rotswanden en door groene tunnels van overhangende loofbomen. De weinige huizen en dorpjes die we tegenkomen zijn zeer fleurig beplant met kleurrijke bloemen waar stokrozen de aandacht stelen. Bij het naderen van Mayenne ontwaren we enkele beemd- en heuvelachtige weidelandschappen en we steken een viaduct over. In Mayenne treffen we opnieuw de gelijknamige rivier aan. Op de kade zitten fietsreizigers te picknicken. Aan de overzijde van de brug hebben we het centrum met boven de rivier de Karolingse burcht. We fietsen nu over het jaagpad terug naar onze startlocatie, het kasteel La Marjolaine. De oevers zijn beplant met varens en wilde bloemen, esdoorns en wilgen. Langs het pad staan enkele kale rotpartijen, geliefd als uitstapje bij de lokale bevolking, mensen wandelen aan en weer. Op een 12 ha groot plateau aan de samenvloeiing van de Aron in de Mayenne bevond zich vroeger achter een lange aarden wal een Keltisch oppidum (versterkte stad). Een Keltische heildronk staat niet geprogrammeerd maar een grimberger van het vat op het gazonterras voor ons kasteelhotel wel. Santé!

Voor info en overnachtingen in Sainte-Suzanne: www.ste-suzanne.fr