De helden van de Argonne

Fietsarrangement VOS Travel

 

Loopgrachten en mijnkraters, om de haverklap een militair kerkhof of een oorlogsmonument. De Argonne draagt vandaag nog de gevolgen van de Grote Oorlog. De tijd is hier gruwelijk lang blijven stilstaan. Het fietsarrangement van VOS Travel in Châtel-Chéhéry vertelt ons er alles over!

 

Sgt Alvin York, de held van Châtel-Chéhéry

 

Somme, IJzer en Argonne met Verdun waren de meest dramatische slagvelden tijdens de Grote Oorlog (1914-18). De omgeving van Châtel-Chéhéry was het strijdtoneel van de Oostelijke Argonne waar Castle Hill en Hill 180, twee heuvels die de omgeving controleerden, door de Duitsers bezet waren. De Amerikanen bereidden vanuit het dorp de aanval voor die er kwam op 7 oktober 1918 en veroverden Hill 180 maar werden, ondanks zware verliezen van de Duitsers, teruggeslagen op Castle Hill. De Duitsers planden een tegenaanval op 8 oktober, maar voor deze kon plaatsvinden trok een Amerikaanse patrouille richting Duitse stellingen die de Amerikanen bestookten met machinegeweren. De 17 man sterke patrouille splitste in drieën waarvan acht soldaten uitgeschakeld werden. Enkel de groep met korporaal Alvin York bleef overeind en weet achter de Duitse stelling te komen en de mitrailleur uit te schakelen. Door de snelheid en het verrassingseffect van deze aanval denken de Duitsers te maken te hebben met een grote overmacht en geven zich spontaan over. York en zijn overgebleven manschappen keren uiteindelijk met 132 Duitse soldaten terug naar Châtel-Chéhéry. Hiervoor kreeg hij meerdere hogere onderscheidingen en werd bevorderd tot Sergeant.

Vanuit het dorp loopt de ‘Sgt York Historic Trail’’, een 3 km lang aangelegd wandelpad, in de voetsporen van de 17 man sterke patrouille van de 82ste Amerikaanse Divisie.
 

  Loopgrachten en mijnenoorlog

 

De eerste route uit het programma is een kennismakingsroute die qua afstand geschikt is om bij tijdige aanreis in de namiddag nog af te haspelen. Dit is bij ons niet het geval en we verschuiven deze naar de laatste dag bij afreis. Hierdoor schuiven we de extra route met betrekking tot de oorlogsmonumenten- en kerkhoven in het ca. 40 km hier vandaan verwijderde Verdun aan de kant.

We starten dus met de tweede route met het woud van de Argonne als hoofdbrok, een lang gerekt heuvelbos tussen de rivieren Aisne en Aire. Nu een groene woestenij waar het heerlijk rustig fietsen is, maar waar destijds in 1914-18 een gruwelijke stellingenoorlog plaatsvond met gevechten boven en onder de grond. Volledige dorpen verdwenen van de kaart, de inwoners ontvluchtten de onmenselijke strijd. Leegloop teisterde toen en nu nog de dorpen en wij, eenzame fietsers, rijden door het golvende weidelandschap door de vallei van de Aire de naar Varrenes. Hier vond in 1791, ten tijde van de Franse Revolutie, de arrestatie plaats van koning Lodewijk XVI toen hij met zijn gezin Parijs trachtte te ontvluchten naar Montmédy om aan het hoofd van een loyaal leger terug te keren naar de Franse hoofdstad en de macht te herwinnen. De zoon van de postmeester Drouet herkende hem echter, met tot gevolg de gevangenneming van Lodewijk XVI en gezin aan de Tour de l’Horloge, de klokkentoren bij de brug op de hoofdweg. Veel minder triomfantelijk dan verwacht, keert hij terug naar Parijs waar hij en Marie Antoinette in 1793 onder de guillotine hun hoofd verliezen. Ietsje hogerop bovenop een rots staat een oorlogsmonument geschonken door de staat Pennsylvania ter nagedachtenis van de bevrijding van Varennes op 26 september 1918. En nog een straat verder ligt het Argonne Museum dat beide gebeurtenissen verhaalt maar ook aandacht schenkt aan de streek. De route in hetroad boek gaat nu richting woud, maar op een heuvel niet ver van de stad ligt de, de Butte de Vauquois, één der meest aangrijpende 'oorlogsmonumenten' van het Westelijk Front van de Argonne. De heuvel bood een onbelemmerd uitzicht naar alle richtingen en was dus van strategisch belang. Dit leidde tot een stellingenoorlog waarbij Duitsers en Fransen, boven op de kapotgeschoten heuvelrug, elkaar het leven volkomen onmogelijk maakten. De loopgraven lagen slechts een steenworp van elkaar. Geleidelijk aan groeven de partijen zich in en verplaatste de strijd zich onder de grond. 17 kilometer mijnschachten doorboorden de heuvel van Vauquois waarin een gruwelijke mijnenoorlog plaatsvond met maar liefst 519 explosies. Waar eens het kleine dorpje Vauquois gelegen was, staat nu een troosteloze heuvel die compleet in tweeën is gespleten door een rij van 13 enorme kraters. Na dit lusje komen we dan in het woud terecht. Een wegwijzer wijst naar de Abri du Kronprinz, een bunker waar de Kroonprins, zoon van de Duitse keizer en aanvoeder van de Duitse troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef.

We fietsen dieper het woud in richting Kaisertunnel, één van de tunnels om troepen veilig te verplaatsen. Zowel Duitsers als Fransen hebben vele tunnels aangelegd in de Argonne. Variërend van kleine tunneltjes die toegang gaven aan een netwerk van mijngangen tot aan een enorm ondergronds complex als de Franse Lecomte-tunnel. Het merendeel van de tunnels is nu niet meer toegankelijk, de Kaisertunnel is de enige die is opengesteld voor het publiek.


 

Een 'Poilu', moedig en manhaftig

 

Langs de weg in het bos herkennen we nog duidelijk de loopgraven en schuttersputten. Op de Haute Chevauchée is het belangrijkste monument in dit bos te vinden: het Memorial geweid aan de verdedigers van de Argonne, herdenkt 150.000 Franse gevallenen. Het negen meter hoge monument is voorzien van een buste van een 'Poilu' die met zijn handen een zwaard vasthoudt welke door een kruis wordt gedragen. Een 'Poilu' is een bekende Franse uitdrukking uit WO I voor de moedige of de manhaftige. Aan de zijkanten van het monument zijn de nummers van 275 Franse regimenten, 18 Italiaanse regimenten en de 32 Amerikaanse divisies gegraveerd welke ingezet zijn in de Argonne sector. De crypte van het memorial bevat een ossuarium of knekelhuis met de overblijfselen van enkele duizenden onbekende soldaten. Achter het monument worden we opnieuw geconfronteerd met een reliek van de drieste mijnenoorlog, een vijftig meter brede en elf meter diepe Duitse mijnkrater. Op de rand staat een groot houten kruis met in het Frans het opschrift ‘Voor alle gevallenen in de Argonne’. We vervolgen onze weg door het bos tot aan de Franse erebegraafplaats La Forestière. Achter een rij blauwe en roze hyacinten staan uitgelijnd betonnen grafkruisen met metalen naamplaatjes erop. We nemen de brede grindweg naar Lachalade dat in de vallei van de Aisne ligt en waar we het Garibaldi monument tegenkomen. Dit monument herdenkt Constante en Bruno Garibaldi, kleinzonen van Giuseppe Garibaldi, één van de grondleggers was van de Italiaanse éénwording. Zijn zoon Ricciotti bood zijn diensten aan Frankrijk aan en richtte een legioen van Italiaanse vrijwilligers op, 'De Garibaldis'. Nu volgt een mooie vlak wegje gescheiden door natte weiden de rivier. We passeren de nederzetting La Harazée met een beetje achterin verborgen het nationale kerkhof, waar veel Aziatische strijders in de strijd werden ingezet. Ernaartoe staat een mooie met rode geraniums opgesmukte Lavoir (wasplaats).

 

 

Het verloren bataljon

 

Van Vienne-le-Château naar Binarville snijden we een grote meander af door steil omhoog de heuvel over te steken. Al snel begrijpen we het nut voor deze krachtinspanning. Langs de weg staat een Franse begraafplaats en Ossuaire de la Gruerie met de knekels van meer dan 8600 doden. Aan het einde van het bos links het lugubere Duitse kamp Moreau. Aan de ingang is een loopgracht gereconstrueerd, staat een wachthokje, een monument met adelaar en nog enkele andere attributen die het Duitse kamp initiëren. We dalen terug de vallei in naar Binarville waar we over de waterscheiding door het woud opnieuw van het Aisne dal naar de vallei van de Aire moeten. In de klim staat langs de weg een gedenksteen ter ere van de ‘The Lost Battalion’, waarover in 2001 een speelfilm is gemaakt. Deze gaat over de Amerikaanse troepen van majoor Charles W. Whittlesey die op 2 oktober 1918 de opdracht kregen een doorbraak te forceren in het bos van Argonne. Slechts één bataljon slaagt erin de Duitse linies te doorbreken en het gestelde doel, de ruïnes van de molen bij Charlevaux, te bereiken. Alle andere legereenheden worden door de hevige Duitse tegenstand afgeweerd en teruggedrongen. Het doorgebroken bataljon bleek in het bos volledig omsingeld te zijn en postduiven waren de enige manier om contact te onderhouden met het hoofdkwartier. De Amerikaanse generaal Alexander loog het 'verloren bataljon' voor dat de Fransen de flanken dekten waardoor de Amerikanen bleven doorvechten. Pas na vijf dagen wanhopige gevechten sloegen versterkingen erin hen te ontzetten. Slechts 194 van de oorspronkelijk meer dan 500 Amerikanen verlieten levend het bos. Op het einde van het bos houden we halt bij de Duitse begraafplaats van Apremont waar 1111 Duitse soldaten rusten. Tegenover het kerkhof bevond zich het Duitse kamp Borriswald.

De ultieme vlucht van Cher Ami

 

De laatste duif die majoor Whittlesey tot zijn beschikking had was Cher Ami, een van de 600 duiven die het Amerikaanse leger inzette tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze duif dankt zijn faam aan die keer dat hij een noodkreet van de omsingelde majoor Whittlesey over vloog om de bombardementen van de eigen artillerie op hem en zijn manschappen te doen ophouden. Tijdens die vlucht kreeg Cher Ami het zwaar te verduren. Zwaar gehavend bracht de duif alsnog de boodschap over. Hij redde zo het leven van de overgebleven 194 mannen. De heldhaftige duif verloor bij deze actie een oog en een pootje.

Witmarmeren kruizen

 

De volgende rit steken we de Aire over om over de heuvels naar de Maas te fietsen. Net voor de rivier komen we voorbij de Cisterciënzerabdij van Chéhéry met daarachter de grote abdijboerderij, het grootouderlijke huis van onze kasteelheer waarvan grootvader het kasteel kocht om zijn oude dag te slijten. Mooie drie meter brede asfaltwegjes, het lijken wel brede fietspaden, doorheen een idyllisch beekvalleitje brengen ons de vallei uit. De trend is gezet van wat later een pittig maar aller-aardig toertje blijkt te zijn.

De grootste Amerikaanse militaire begraafplaats in Europa bevindt zich in Romagne-sous-Montfaucon. Hier rusten 14246 gesneuvelde Amerikaanse militairen uit WO I, verdeeld over acht met lindebomen omgeven velden. Ieder graf draagt een wit marmeren kruis, de velden zelf zijn bedekt met onkruidvrij gras. Voor joodse graven heeft de top van het kruis de vorm van een Davidsster. We fietsen half rond de begraafplaats en merken hoe nauwkeurig de kruisen gelijnd zijn, vanuit om het even welke invalshoek. Aan de zuidzijde van het kerkhof bevindt zich een herdenkingsgebouw met tienduizenden namen van vermiste soldaten. Onze weg loopt midden door het kerkhof, aan de toegangen staan telkens twee witkrijten torens met ‘Eagles’ erop. Het dorpje Cunel ligt boven op de waterscheiding en leidt de afdaling in naar het nationale kerkhof van Brieulles-sur-Meuse. Dit is meteen ook het keerpunt van deze tocht. Gelukkig is de klim de vallei uit minder steil dan de afdaling. Onderweg staat nog een monument ter ere van de 4de U.S.-Divisie en op een kruispunt in Nantillois ééntje van de staat Pennsylvania met ertegenover een Franse herdenkingsobelisk. Maar ons doel is het Memorial de Montfaucon, geplaatst op de heuvel (Hill 336) ter herinnering aan het Meuse-Argonne-offensief gedurende WO I dat de Amerikaanse overwinning inleidde. De ruim 54 meter hoge toren is gemaakt van graniet in de vorm van een Dorische zuil. Bovenop staat een vrijheidsbeeld, een Statue of Liberty. De top van de toren is te bereiken door een 234 treden tellende trap. Vanuit de toren is het grootste gedeelte van het slagveld zichtbaar. De op de stenen balustrade aangebrachte plaatsbenamingen helpen ons te oriënteren. Achter de toren staat de ruïne van wat eens het klooster was, van de resten van de andere gebouwen van het oude dorp bouwden de Duitsers observatieposten. Korte pittige heuveltjes, valleitje in en uit, brengen ons terug naar Châtel-Chéhéry. Naderhand beseffen we dat we hier een stukje fietsten beschreven in de fietsgids ‘De groene valleienroute’.

Groene valleien

 

Voor onze derde rit dwarsen we het woud van Argonne nog eens. Het gaat onmiddellijk de waterscheiding hoog het prachtige loofbos in over een subliem asfaltstraatje met metershoge varens en wilde bloemen langs de kant. Ook langst de kronkelende Aisne is het leuk fietsen. Vergelijkend met gisteren bestempelen we deze tocht als de minst zware, voor zeer lange tijd zelfs vrij vlakke rit. Het is wel de langste uit het gamma, maar inkorten is tweemaal mogelijk en wij vonden zelfs nog een derde mogelijkheid. Keerpunt is Vouziers, de geboortestad van de Franse filosoof Taine. Roland Garros, die in 1913 als eerste de Middellandse Zee over vloog en naar wie het Parijse tennistornooi vernoemd is, neergehaald in een luchtgevecht op 5 oktober 1918 in het nabijgelegen Saint-Morel ligt op het kerkhof begraven. Vanwege de slechte weersvoorspelling en de wel erg grauwe luchten besluiten we de route in te korten. Terugkeren doen we op de andere oever en zonder het te weten fietsen we opnieuw een stuk van ‘De groene valleienroute’. De route langs weerszijde van de Aisne loopt in een prachtig rivierlandschap met breed overstromingsgebied, hoger gelegen weiden, akkers en slapende dorpjes. We snijden een enorme meander af over een heuvel heen en komen zo in de vallei van de Aire terecht. Deze vallei is minder vlak en er volgen enkele pittige kuitenbijtertjes. We nemen even een kijkje bij het kasteel van Grandpré maar dan begint het stijf te regenen waarbij we de laatste kilometers kletsnat afploeteren. Geen erg want het kasteel van Cornay waar de keizerlijke kroonprins verbleef, bekijken we morgen op onze laatste rit wel van naderbij. Die verloopt in omgekeerde richting naar Cornay. Een extra lusje in het omliggende heuvelland via Saint-Juvain en Grandpré kruipt goed in de benen. We fietsen ten aanzien van gisteren op de andere oever van de Aire naar de monding in de Aisne. Terug gaat het langs de Aisne en over de waterscheiding door het woud, in omgekeerde richting aan de voorgaande route.


 

Info:

                                                                                                      

VOS Travel organiseert individuele fietsvakanties met kwalitatief goede hotels tegen betaalbare prijzen. Anders dan anders is dat je hier niet in een hotel verblijft maar in een gastenkamer op een kasteel. Het arrangement ‘Kasteelheer in de Argonne’ bestaat uit vier overnachtingen in half pension (3-gangenmenu + kaastafel) inclusief een halve fles wijn per persoon. Zoals het in de meeste Franse chambres d’hôtes beaamt, serveert gastvrouw Simone fijne gerechten inclusief heerlijke desserts aan de gezamenlijke tafel. Echtgenoot Jacques presenteert met trots zijn uitgebreide wijnkaart met oudere gerenommeerde wijnen die hij aanbiedt tegen gunstprijs. Ben je wijnliefhebber dan kom je hier zeker aan je trekken, want de prijzen zijn sinds aankoop niet meer aangepast. Achteraf spreidt Simone enkele landkaarten open om de routes uit te leggen en overlaadt ze de fietsgasten met vele tips. ’s Morgens wacht ons een licht Frans ontbijt met croissants, geroosterde stukjes baguette, geslagen kaas, confituren, ontbijtgranen, ...

De ligging van het kasteel van Châtel-Chéhéry is zondermeer schitterend met een fabuleus panorama over de vallei van de Aire en het erachter liggende heuvelland. Fietsen huren kan ter plaatse, maar de Franse huurfietsen (Gitane) zijn niet meer van de nieuwste en hebben al heel wat kilometers ondergaan. Dus best je eigen fietsen meenemen. De vier voorgestelde routes zijn 39 tot 69 km lang. Een extra route vanuit Verdun naar de belangrijkste monumenten en begraafplaatsen bedraagt 33 km.

Per post toegeleverd ontvingen we op voorhand een roadboek inclusief allerlei praktische informatie en noodnummers, de ING topgrafische kaart nr. 105 uit de reeks Top 100 en enkele infobrochures met betrekking tot de streek en de steden Verdun en Vouziers.

De voorgestelde routes:

Kennismaking met de omgeving van Châtel-Chéhéry (39,2 km);

Aanhouding Lodewijk XVI en slagveld ‘La Haute Chevauchée (50 km) (onze variante met extra lus naar de heuvel van Vauquois bedroeg 62 km);

Vallei van de Aisne (68,6 of 58,1 of 48 km) (zoals wij ze fietsten 61,5 km);

Amerikaanse oorlogsmonumenten (51 km);

extra route vanuit Verdun (33,8 km)

Inlichtingen: VOS Travel België, Westlaan 415, B-8800 Roeselare, tel: +32 (0)51-24 03 40, info@vostravel.be, www.vostravel.be