De Vennbahn

Spoorwegfietsen door Ardennen en Eifel

 

Hun eerste fietsreis! Bergop was hun vreemd. De buren verklaarden hun gek. Een fietsreis door de Oostkantons, … over de Vennbahn naar Luxemburg en terug.

Vennbahn

Oorspronkelijk ging van de Pruisische spoorwegen de gedachte uit om in 1882 een spoorweg aan te leggen tussen Aachen (Rothe Erde) en Prüm en dit via Monschau en Sankt Vith. Een jaar later verbond Luxemburg en Duitsland zich om de spoorlijn te verleggen naar Troisvierges om de Luxemburgse industriegebieden te verbinden met die van Aachen om vooral ruw staal te vervoeren naar de staalfabriek in Rothe Erde. In 1885 ging de bouw van start. Ook het Duitse leger zag nut in de Vennbahn in en richtte het militaire oefenkamp Elsenborn op in de buurt van de spoorweg met verbindingen naar Jünkerath, Vielsalm en Gouvy. Na WO-I en het verdrag van Versailles waar Duitsland een deel van het grensgebied moest afstaan als oorlogsbuit, kwam een groot deel van de Vennbahn op Belgisch grondgebied te liggen waardoor de aanvoer van het staal naar Aachen te kostelijk bleek en de staalhut in Rothe Erde zijn deuren sloot. In WO-II diende de spoorweg eerst om de Duitse troepen in hun opmars en achteraf om de geallieerden te bevoorraden. In de naoorlogse periode deed de hij vooral dienst als smokkelroute. Door de opkomst van het vrachtverkeer geraakte de Vennbahn steeds verder in verval. In de negentiger jager tot na de eeuwwisseling was een deel van de spoorweg nog in gebruik als museumtrein en achteraf reden draisines over de rails. Een stuk van lijn 48 tussen Waimes en Sankt-Vith kreeg met het oprichten van het fietsnetwerk VéloTour in de Oostkantons een nieuw leven in de vorm van Pré-RAVeL. Het Duitse stuk van Rothe Erde tot Kornelimünster was al eerder in gebruik als fietsroute en de lijn 48 ten zuiden van Sankt Vith maakt achteraf deel uit van de Eifel-Ardennen fietsweg van Sankt-Vith over Prüm en Gerolstein naar de Nürburgring in de Vulkaaneifel. In 2012 creëren de Oostkantons in samenwerking met de Duitse Eifel en het Groothertogdom Luxemburg het project om de oorspronkelijke 125 km lange Vennbahn tussen Rothe Erde en Troisvierges open te stellen voor het trage verkeer. Maar de Vennbahn is meer dan zomaar een spoorweg omgebouwd tot fietsroute, ze sluit aan op vele interregionale langeafstandsfietspaden. Vanuit Vlaanderen gemakkelijk te bereiken over de LF6 naar Aachen, eveneens kruispunt van enkele andere langeafstandsfietswegen zoals de Deutschland fietswegen D 4 en D 7, de Kaiserroute en de Wasserburgenroute. De Waalse RV4 verbindt Eupen en Waimes met Luik en maakt vanuit Waimes ook een aansluiting met de Kyll-Radweg. Vanuit Sankt-Vith loopt de Vennbahn een stuk samen met de Eifel-Ardennen-Radweg die gebruikt maakt van de spoorwegsecties lijn 47 en lijn 46. Vanaf Aachen over Sankt-Vith via de Eifel-Ardennen-, Prüm- , Enz- en Sauer-Radweg is het dan ook perfect mogelijk over ca. 90% aan spoorwegroutes en zonder noemenswaardige stijgingen de Moezelfietsroute nabij Trier te bereiken. Lijn 47 loopt daarentegen naar Troisvierges waar het eveneens mogelijk is om via de Luxemburgse fietsroute PC2 Nord verder te fietsen naar Kautenbach en Bastogne. Een andere mogelijkheid is over de Panorama-fietsroute aansluiting te maken met de RAVeL-sectie lijn 163 tussen Gouvy en Bastogne. De Luxemburgse Panorama-fietsroute loopt aan de Luxemburgs-Belgische grens over in de RV8 die terug naar Sankt-Vith loopt, maar waarlangs men ook terug naar Luik kan. De Vennbahn combineren met de trein is ook een optie. Met een interregionaal of internationaal fietsticket voor € 10 kan je naar Aachen voor de volledige Vennbahn. Vanaf het station van Eupen loopt een bewegwijzerde verbindingsroute naar Waimes. Vanuit Troisvierges kan je dan via Luik terugsporen naar Eupen. Een mooie route in combinatie met de trein is vanuit Trois-Pont over de geasfalteerde RAVeL lijn 45 naar Waimes en over de Vennbahn dan naar Troisvierges, een rit van ca. 70 km. Beide treinstations liggen op de lijn Luik-Luxemburg.

 

GPS-tracks: http://www.routeyou.com/route/view/541881/fietsroute-vennbahn-aanloop-vlaanderen.nl

                     http://www.routeyou.com/route/view/541882/fietsroute-vennbahn1.nl

                     http://www.routeyou.com/route/view/541883/fietsroute-vennbahn2.nl

                     http://www.routeyou.com/route/view/541884/fietsroute-vennbahn2-via-hoge-venen.nl

                     http://www.routeyou.com/route/view/541885/fietsroute-vennbahn3.nl

                     http://www.routeyou.com/route/view/541887/fietsroute-vennbahn-terugreis1.nl

                     http://www.routeyou.com/route/view/541890/fietsroute-vennbahn-terugreis2.nl

 

Wat voor vlees hebben we in de kuip?

We zijn een beetje bevreesd, een bevriend echtpaar, Els en Paul, heeft ons gevraagd om eens een fietsreis mee te beleven. Zij hebben geen enkele ervaring en hebben onlangs twee degelijke trekkingfietsen aangeschaft. Zeker omdat ze de periode uitgekozen hebben op het moment dat wij de nieuwe Vennbahn willen fietsen. Daarbij vertrekken we van bij ons in Tongeren, maar moeten we uiteraard ook nog terugkeren. Hierbij moeten we tweemaal de Hoge Venen over, een hele uitdaging. Ook voor mij want ik beloofde een minimum aan zware hellingen en ga op kaarten op zoek naar de gemakkelijkste route. Els en Paul zijn wel sportief ingesteld: tennis, volleybal en fitness in hoofdzaak. Ze hebben de laatste weken voor vertrek als voorbereiding tochten gemaakt van 50 tot 60 km. Midden Limburg valt uiteraard niet te vergelijken met de Ardennen en veel niveauverschil hebben ze daar ook niet. De eenvoudigste route naar Aachen vanuit Tongeren is uiteraard de LF6, maar omdat we niet weten wat voor vlees we in de kuip hebben en de LF6 naar Aachen een heuvelachtig karakter heeft, kiezen we voor knooppuntroutes door de Jekervallei naar Maastricht en door het Geuldal via Valkenburg naar Gulpen. Deze drie toeristische trekpleisters liggen op ideale afstand van elkaar om tijdig in te keren en vanaf een terrasje de gezellige drukte gade te slaan. Vanaf Gulpen loopt de Rijksweg in een vals plat omhoog naar Aachen. We volgen deze tot Vijlen om de steilste heuvels van het Heuvelland te mijden en vandaar via knooppunten naar Aachen te rijden. Op dat ene steil stukje merken we dat Els onmiddellijk naar haar kleinste verzetje schakelt, als een bezetene de helling aanvecht aan een veel te hoge trapfrequentie en halverwege naar adem snakkend moet afspringen. Iets dat we tegen de volgende dagen grondig moeten bijsturen willen we de Hoge Venen oversteken.


Aachen

Speerpunt van de stad is de Aachener Dom, één der best behouden monumenten uit de tijd der Karolingers dat als eerste Duitse gebouw opgenomen is in het cultuurerfgoed op de UNESCO-lijst. De schatkamer herbergt één der belangrijkste kerkschatten van Europa.

Het historisch stadhuis is een eeuwen oud verhaal. Uit de tijd van Karel de Grote stamt de Granustoren, de gotische kroningszaal herinnert aan de feestelijke koningskroningen tussen 936 en 1531. In de 17de en 18de E kreeg het gebouw het uitzicht van een barokke stadsslot. Binnenin vindt je 19de eeuwse binnenarchitectuur, schilderijen en beeldhouwwerken.

De classicistische Elisenbrunnen, genoemd naar kroonprinses Elisabeth von Bayern, staat symbool voor de badstad Aachen anno 19de en 20ste E. Uit twee bronnen in de rotonde van het complex spoelt 52° heet termaal bronwater. Rondom de dom en het raadhuis liggen verscheidene leuke pleintjes, verbonden door smalle doorgangen. Het historische centrum is vele eethuisjes rijk en er heerst ´s avonds een heerlijke drukte. De winkelstraten sluiten naadloos aan op de oude kern. Alles verkeersvrij maar niet voor fietsers, alle langeafstandsfietspaden komen aan de dom in het centrum voorbij. De Duitslandfietswegen D4 en D7 lopen van hieruit aan het station Rothe Erde voorbij, vertrekplaats van de Vennbahn.


 

Een lang vals plat

Het station Rothe Erde is niet moeilijk te vinden. Vanaf het centrum volgen we gewoon de logo’s van de D 4 en D 7, die samenlopen naar het station Rothe Erde. Naast de spoorlijn start een fietspad dat al gauw een afgedankte spoorbedding opzoekt, de voormalige Vennbahn. Eerst fietsen we nog door woonwijken en langs een bedrijfszone maar dan krijgen we zicht op een heuvelachtig weidelandschap met beekvalleien. Het fietspad loopt zachtjes omhoog over het Rollefbach- en het Itertalviaduct steeds dieper het Eifellandschap in. Tussen beide viaducten ligt het oude spoorwegstation van Kornelimünster, dat omgebouwd is tot een rustplaats met houten banken en tafels. De titel Bahnhofsvision op de zijgevel verwijst naar de nieuwe functie die het station kreeg met komst van het Vennbahn-fietspad. We steken de Belgische grens over naar Raeren voor een lus door het Hertogenwoud waar we een heerlijk plekje vinden om te picknicken. Terug de grens over stoppen we in Roetgen bij een ijssalon, volgens een plaatselijke fietstoerist de laatste versnapering tot Monschau. Het fietspad trekt een spoor tussen hoge statige sparren, vervolgens voorbij enkele dorpjes tot we uiteindelijk boven het diepe dal van het beekje de Laufenbach fietsen. Na 45 km lang vals plat verlaten we de Vennbahn en gaat het de dieperik in tot in het historische centrum van Monschau.


 

Monschau

‘De parel van de Eifel’ heeft zich in de laatste 300 jaren haast niet veranderd. Een stadje van vakwerkhuizen en leisteenbouw dat geen gelijke kent. De middeleeuwse burcht van de Jülicher graven is nu een jeugdherberg waarvan de binnenkoer in de zomer het decor is voor operaliefhebbers. Bij de bezienswaardigheden hoort de Felsenkeller annex brouwerijmuseum waar het zeer zachte water bron is voor de blonde pils ‘Felsquell’ en het donkere ‘Zwickelbier’. Een bijzondere attractie is de rotskelder uit 1830, lagerplaats voor het bier (www.brauerei-museum.de). Naast bier brandt men in Monschau ook koffie. Sinds 1862 veredelt de familie Maassen reeds koffiebonen (www.caffee-roesterei.de). Mosterd prikkelt de tong in de historische mosterdmolen (www.senfmuehle.de). Het Rode Huis uit 1752 van de wever en koopman Johann Heinrich Scheibler is een museumhuis dat je terug brengt in de 18de E. Voor museumliefhebbers zijn er verder noch een glasmuseum (www.glashuettemonschau.com), een fotografie- en filmmuseum (www.altstadt-post.de) en een drukkerijmuseum (www.druckereimuseum-weiss.de). Maar de ganse stadskern is in feite één groot openluchtmuseum waar het heerlijk slenteren is door de vele wegeltjes en trappensteegjes.



Enkele seizoenen te vroeg

Waar we gisteren omlaag schoten, moeten we uiteraard vandaag terug omhoog kruipen. Els is er niet gerust in na haar mislukte klimpoging eergisteren, een peulschil met wat vandaag te wachten staat. Met de juiste trapfrequentie, aangepast aan de juiste versnelling lukt het al bij al wonderwel. De Vennbahn slingert zich gemoedelijk bovenin het Rurdal op de rand van de Hoge Venen door het immense woud. Jammer genoeg zijn we twee seizoenen te vroeg op pad. De Vennbahn is tussen Kalterherberg, waar hij terug België binnenkomt, en Waimes voorlopig nog in aanbouw. Op onze terugtocht over het fietsnetwerk VéloTour waar we over vele kilometers links en rechts van de spoorwegberm fietsen, zien we de werkzaamheden vorderen. Nu is hier nog een omleiding bewegwijzerd over het fietsnetwerk naar Waimes. Maar als we dan toch moeten omrijden dan verkiezen we voor een ommetje via de Hoge Venen naar Malmedy om daar via de RAVeL lijn 45, een zijspoor van de Vennbahn, op te pikken naar Waimes. Onze omleiding loopt langs het Waalse Veen, deel van het natuurgebied Hoge Venen, voorbij aan het bezoekerscentrum van de Botrange en dan door de machtige dennenbossen over de RV8 letterlijk in vrije val naar Malmedy. Met zicht op het machtige Eifellandschap, een coulisselandschap van door hagen afgeboorde weiden en aan de horizon de Kaiserbaracke. Malmedy bezit een gezellig centrum met centraal de sfeervolle marktplaats Albert I. Typerend voor de stad is het af- en aanrijdende verkeer rond het plein. Wij bekijken het vanaf een terrasje.


 

Het paardenparadijs

We fietsen naar het station, instapplaats op de RAVeL lijn 45, een zijspoor van de Vennbahn dat van Trois-Ponts komt en op de Vennbahn aansluit in Waimes. Het fietspad volgt gezwind het riviertje de Warchenne dat ten zuiden van Weywertz ontspringt en in Malmedy in de Warche vloeit. We fietsen dus stroomopwaarts, 8 km lang aan 2 à 3%. In Waimes schakelen we over op het Vennbahntracé naar Sankt-Vith wat eens omschreven stond als Pré-RAVeL. Alhoewel deze al vele jaren oud is, lang voor enige sprake was van de Vennbahn als fietspad, bestaat de ondergrond niet uit asfalt maar uit een goed aangereden grindlaag. Wanneer het bergop gaat vergt dit wat meer trapkracht, maar tot Montenau dalen we vooreerst naar de Amblève. Meer dan alle andere spoorwegen geeft deze onvergetelijke blikken op een sfeervol landschap van weiden in de vallei en daarboven zover als het oog reikt, het woud Wolfsbusch. Kilometerslang fietsen we langs met houten hekken omzoomde paardenweiden, eigendom van de Eifel Gold Ranch Baeck. Onvoorstelbaar, het grote aantal raspaarden in een fascinerend open weidelandschap. Aan het voormalige station van Montenau ligt de Salaison du Jambon Ardenne waar ze onder andere de Montenauer Ardense hesp bereiden. De installatie is gratis te bezoeken, vanachter grote glazen schermen is het volledige verwerkingsproces te volgen. Vanaf nu loopt de Vennbahn omhoog langs het beekje Emmels. De vallei staat geklasseerd als natuurreservaat, bestaande uit vochtige weiden en veengebiedjes. We fietsen onder het treinviaduct van Born door, een restant van lijn 47a naar Vielsalm. Even verder stoppen we bij de overblijfselen van de draaischijf die de locomotief omdraaide om in tegengestelde richting over het viaduct te rijden of andersom onder het viaduct door richting Waimes. In Sankt-Vith gaan we op zoek naar een café om op de doorsteek van de Ardennen te klinken, Els en Paul hebben dat wel verdiend.

 

 

Luxemburg heen en terug

Er resten ons nog 30 km Vennbahn op lijn 47 tot Troisvierges. Omdat wij op de fiets terug naar huis willen keren, maken we een lus heen en terug naar Luxemburg. Een etappe zonder bagage. De eerste kilometers lopen niet op het spoorwegtracé maar parallel eraan. Hierbij komen we voorbij een fascinerend MTB-parcours kriskras door een sparrenbos in de valleiflank aangelegd, met houten brugjes en spectaculaire hindernissen. Door de vallei van de Braunlauf fietsen is kennismaken met een oerlandschap van donkere bossen, drassige weiden en wilde bloemen. Een chaotische wildernis die zijn einde vindt bij de samenvloeiing in de Our. Over grindwegen op of langs de spoorwegbedding van lijn 47 fietsen we nu vooral langs weiden en graslanden. Vanaf de Vennbahn, die op respectievelijke hoogte door de vallei loopt, hebben we een heerlijk zicht op de gemeente Burg Reuland met boven de daken uitstekend, één der grootste en mooiste burchtruïnes van de Ardennen. Een zitbank bij het kruisen van de dorpsweg geeft ons alle tijd om tijdens onze picknick de massieve ronde verdedigingstoren en de omwalling grondig onder de loep te nemen. Vanaf Oudler krijgt het fietspad terug een asfaltlaag en de oude spoorwegbruggen zijn nog maar net hersteld. Enkel de afwerking van de Lengeler tunnel laat noch even op zich wachten, waardoor wij de Luxemburgse grens vandaag nog bovengronds passeren. Op het grondgebied van het Groothertogdom is de Vennbahn volledig geasfalteerd. We dalen in de vallei van de Woltz waar we langs de spoorweg Luik-Luxemburg opfietsen. Over een ingenieuze staalconstructie over het riviertje fietsen we onder een spoorwegbrugje door. Nu nog een korte fikse kuitenbijter over een rots heen en dan steil bergaf naar het station van Troisvierges, terminus van de Vennbahn.

 



Fietsnostalgie

Terug met de trein of op de fiets, de keus is aan eenieder. Wij nemen de voetgangerstunnel onder de sporen door naar de andere zijde van het station waar de Vëlos-Tour (fietsroute) ‘Panorama’ onmiddellijk terug het stadje uitklimt. Deze route loopt een tijdje samen met de RV8, maar die is pas met de gekende geelblauwe verfstreepjes op Belgisch grondgebied uitgeschilderd zodat we even op kaart moeten fietsen. Net voor de Belgische grens in Hautbellain treffen we fietswegwijzers aan naar de RAVeL lijn 163 richting Bastogne en Gouvy. In een weide bestuderen we enkele kunstwerken gemaakt van oude verroeste fietsonderdelen geassembleerd met allerlei metalen voorwerpen. Fietsnostalgie in de vorm van een bakfiets met winkelkarretje vooraan en andere gekkigheden. Het eerste dorpje over de grens is Ourthe waarnaar de rivier genoemd is die in de buurt ontspringt. De RV8 brengt ons via Maldingen en Braunlauf uiteindelijk terug naar Sankt-Vith.

 

 

Ardense grillen

´s Anderendaags vatten we de terugweg aan via Amel, Weywertz en Sourbrodt over de Hoge Venen naar Eupen. Jammer genoeg zijn de weergoden ons vandaag wel uitermate slecht gezind. Na vier dagen warm en zonnig weer stijgt het kwik niet over de 11° en een kille strakke noordenwind maakt het er niet warmer op, integendeel. Het regent slechts één maal vandaag en dit van vertrek tot aankomst. In 20 jaar fietsvakanties komt hij op klimatologisch vlak in onze top 3 van erbarmelijkste fietsdagen. Jammer, want onze uitgezochte route loopt over de hoogten en de uitzichten waren zeker grandioos geweest. De doortocht door het dal van de Möderscheider Bach heeft zelfs in dit hels weer iets hemels. We passeren enkele dorpjes en gaan op zoek naar dat ene café waar we ons kunnen warmen. Zinloos vertelt ons een voorbijganger, het rookverbod zorgde ervoor dat die enkele kleine kroegen die er waren op de fles gingen. Het is intussen middag en in Weywertz, een grotere gemeente, moet het dan gebeuren. Maar ook hier zijn de twee cafés allebei gesloten. Als bij toeval treffen we bij de bakker de eigenaars van de café-frituur ‘Da-Balu’  aan waar we juist voorbij kwamen. We krijgen te horen dat we voor 17 uur nergens iets open zullen vinden. Maar de compassie voor die vier verwaterde fietsreizigers is zo groot dat ze spontaan speciaal voor ons hun lokaal opendoen. Twee uur later en terug op temperatuur na soep en frieten zetten we onze tocht verder. Over de RV4 fietsen we achter de Hoge Venen door, een ruig gebied dat zelfs in dit gure weer zijn charmes heeft. De rustpauze op een idyllische picknickplaats aan de Hill valt letterlijk in het water. Het gaat nu continue bergaf, normaal gezien een zegen maar in deze omstandigheden o zo verdomme koud. De hoteluitbaatster in Eupen ziet vier verzopen ratten aankomen en is in weer en wind om het ons toch maar naar onze zin te maken. Zelfs het geplande bezoek aan de stad lukt niet, we hebben nog maar pas een voet uit het hotel gezet of de hemelsluizen gaan weer volledig open.

De volgende ochtend staat wonderwel een stralend zonnetje aan de hemel. De RV4 die voor een groot deel gebruik maakt van de RAVeL 5 brengt ons naar Luik. Tongeren naderen we op een allerlaatste stukje spoorwegpad en we denken hierbij nostalgisch terug aan de Vennbahn.



Steekkaart:

Route en Bewegwijzering:

Van Tongeren fietsen we via knooppunten langs de rivieren Jeker en Geul naar Gulpen, vervolgens over het fietspad langs de rijksweg N278 naar Vaals waar we overgaan op de fietswegwijzers naar Aachen centrum. Naar Aachen kan ook via de LF6. Van Aachen tot Troisvierges volgen we de Vennbahn, terug naar Eupen volgen we delen van de RV8, de RV4 en het fietsnetwerk VéloTour van de Oostkantons. Van Eupen naar Luik gaat het over de RV4.

Etappen:

Tongeren – Aachen (knooppunten en/of LF6) = 74 km

Aachen – Monschau (Vennbahn) = 50 km

Monschau – Sankt Vith (Vennbahn) = 49 km (via bezoekerscentrum Botrange en Malmedy = 59 km)

Sankt Vith – Sankt Vith (Vennbahn tot Troisvierges, terug over Panoramaroute + RV8) = 61 km

Sankt Vith – Eupen (knooppunten VéloTour) = 56 km

Eupen – Tongeren (RV4 tot Luik) = 78 km

Kaarten en gidsen:

Info:

Oostkantons: Toeristische Agentschap Oost-België, Hauptstraße 54, 4780 Sankt Vith, tel: +32 80 28 09 97, www.eastbelgium.com

Duitse Eifel: Eifel Tourismus (ET) GmbH, Kalvarienbergstraße 1, D-54595 Prüm, tel: +49 6551-96 56 23, www.eifel.info

Hotels:

We hebben bewust gekozen voor hotels in of dicht bij de stadskernen zodat we na het fietsen ook nog iets van de steden beleven.

We overnachtten genoodzaakt door het formule I weekend, waardoor de kleinere overnachtingsmogelijkheden volgeboekt waren, in ietwat luxueuzere hotels.

Hotel Aquisrana: Büchel 32 / Buchkremerstraße traße 53, D- 52062 Aachen, tel: +49 241 44 30, www.hotel-aquisgrana.de

Hotel Lindenhof: Laufenstraße 77, D - 52156 Monschau, tel: +49 2472 4186, www.lindenhof.de

Hotel Am Steineweiher, Rodter Straße 32, 4780 Sankt Vith, tel: 080 22 72 70, www.steineweiher.be

Hotel Ambassador Bosten, Haasstraße 81, 4700 Eupen, tel: 087 74 08 00, www.ambassador-bosten.be

Jeugdherbergen: Op de Vennbahn in Aachen, Monschau, Sankt-Vith, Troisvierges; onderweg in Tongeren, Maastricht, Malmedy en Luik