Het Renchtal: fietsen tussen wijngaarden en hoogstamkersen

 

Het vruchtbare Renchtal, rijk aan hoogstamkersen en wijngaarden, vormt een huevelachtige overgang tussen de Rijnvlakte en de bergen van het Zwarte Woud. We verkennen het zogenaamde Toscaanse Duitsland waar een stuk Schwarzwaldkirschtorte of een Kirschlikeur spreekwoordelijk de kers op de taart vormen.

 

Uitgangspunt van onze fietsvierdaagse is de wijnstad Oberkirch aan de rivier de Rench. We logeren in het aangrenzende dorpje Bottenau, gelegen op een heuvel omgeven door wijngaarden. Vanaf ons balkon in het hotel Rebstock hebben we zicht op de wijnbergen, de hoogten van het Zwarte Woud en de stad Oberkirch. Boven het stadsdeel Gaisbach bewaakt de ruïne Schauenburg de omgeving. Gaisbach was ook lange tijd verblijfplaats van de barokdichter Hans Jakob Christoffel von Grimmelshausen. Zijn bekendste werk: "Der Abenteuerliche Simplicissimus Teutsch", een schelmenroman naar Spaans voorbeeld, handelt over een eenvoudige jongeling die in de Dertigjarige Oorlog allerlei avonturen meemaakt en hiermee een beeld schept van de sociale verhoudingen destijds. Boven de toegangspoort tot het domein lezen we in het ijzerwerk Simplicissimus Grimmelshausen. Het historische centrum van de stad is vele vakwerkhuizen rijk. Aan het station siert een koperen fontein met wijntaferelen het straatbeeld en middendoor zorgt de onstuimige wild stromende Mühlbach voor bekijks.



GPS-tracks: www.routeyou.com/nl/route/view/805702/fietsroute-renchtal1.nl
                    www.routeyou.com/nl/route/view/805703/fietsroute-renchtal2.nl
                    www.routeyou.com/nl/route/view/805704/fietsroute-renchtal3.nl
                    www.routeyou.com/nl/route/view/805706/fietsroute-renchtal4.nl 

Door het Zwarte Woud naar de Allerheiligenwaterval

Door Oberkirch stroomt de rivier de Rench via kleine stroomversnellingen trapsgewijs richting Rijn en in dat dal loopt een fietsroute stroomopwaarts naar Oppenau. Lautenbach praalt met zijn bezienswaardige laatgotische bedevaartkerk Maria Kroning uit de 15de E. Maria kroning wordt in de katholieke kalender herdacht op 22 augustus, één week na Maria Hemelvaart. Toen Maria de Hemel betrad, kreeg zij geen beoordeling van haar zopas geëindigde leven zoals dat bij andere mensenzielen het geval is, maar kroonde men haar onmiddellijk tot Koningin van de hele schepping waardoor zij voor de eeuwigheid Koningin over al het geschapene zou zijn. Onze terhemelopgang vangt in Oppenau aan met de klim naar de Allerheiligen watervallen. Een goed verteerbare klim over een verkeersarme asfaltweg door de idyllische vallei van de Lierbach. Een almengroene vallei met verspreid fruit- en loofbomen, aan weerszijden begrensd door donkere sparrenbossen. Door mensenhanden aangelegde kanaaltjes zorgen ervoor dat vissen de rotsige stroomversnellingen kunnen omzeilen. De toegang tot de watervallen op de onderste parking heeft veel weg van een oosterse tempelpoort. Over een grindpad bereiken we de eerste waterval waar we onze fietsen moeten achterlaten, want vanaf hier gaat het over vele trappen de smalle kloof in. Het water stort zich in zeven stages 83 m naar beneden. Boven loopt het pad dan verder naar de Allerheiligen kloosterruïne, maar wij moeten terug naar de fietsen en na een behoorlijk steilere klim dan voorheen bereiken ook wij de brasserie bij de ruïne. Na een verfrissing volgen we een tijdje de Schwarzwaldhochstraße, een zeer geliefde vrijetijdsroute. Eerst vrij vlak met spectaculair dieptezicht op de Rijnvlakte, daarna terug in stijgende lijn met enkele pittige kuitenbijters. Wanneer deze toeristische weg dieper het bos in draait, kiezen we een smal geasfalteerd servitudewegje dat steil afdaalt naar Seebach. Om niet over de verkeersweg naar Ottenhöfen te fietsen nemen we een parallel gelegen wegje langs een riviertje, voorbij enkele pensionnetjes, overgaand in een goed berijdbaar bospad. Het luchtkuuroord Ottenhöfen pronkt met de titel molendorp en is een toeristenplaatsje met meerdere inkeermogelijkheden. Het is ook het eindpunt van een museumtreintje dat uit de vallei omhoog tuft. De klim naar de ‘Bergvesperstube Zum Fiesemichel’ met een hoogteverschil van 300 m over 3 km  is een ware krachtmeting. Een gemiddeld stijgingspercentage van 10 à 11% met halverwege een piek van 17% en op het einde na het allerlaatste keerpunt richting pasovergang zelfs 18%. Maar de klim door dit prachtig valleitje is het harde labeur zeker waard. Boven laten we ons neerzakken op een groot houten ligmeubel en genieten van het overweldigend uitzicht. Wie dit labeur niet ziet zitten kan in Ottenhöfen verder door de vallei afdalen en dan over de Badische Weinstraße, die ook wel over de bergkam gaat maar dan wel minder lastig. Gasthof ‘Zum Fiesemichel’ ligt op een boogscheut van de pas aan het einde van een goed berijdbare grindweg. Op het uitnodigend terras kunnen we terecht voor een broodmaaltijd van vleeswaren en kaas of een verfrissend drankje, dat we zeker verdiend hebben na de helse klim. Tegenover het terras staat een groot wijnvat met een deur erin. Eraan hangt een bruidsboeket, erin zit een huwelijksbed verscholen … origineel. We moeten voortdurend in de remmen, want we dalen continue aan gemiddeld 10% naar Oberkirch, gelukkig over fijn asfalt.

 

Langs de fruitkraampjes naar Gengenbach

 

Op onze tweede tocht maken we kennis met delen van de Badische Weinstrasse, de Kinzigtal-Radweg en de Rhein-Radweg. Starten doen we met het zuidelijk deel van de wijnroute. We fietsen letterlijk een wijnvallei omhoog en kruipen over de kam heen naar de wijn- en bloemenstad Durbach. 35 met bloemen gesmukte bruggen overspannen de naar de stad genoemde beek. Rechts bovenop een wijnkegel staat het kasteel Staufenberg waar de Riesling onder de naam Klingenberg bekend is. Lager in het dal ligt Ebersweier, hier geen wijndruiven maar hoogstamkersen en dit zolang we over de Rijnfietsweg richting de Offenburgse wijndorpen fietsen waar we terug aansluiten op de Badische Weinstraße. De burcht Ortenberg die boven de Rijnvlakte uittorent, is thans jeugdherberg en blijft lang in ons zichtveld. In de dorpen aan de rand van de vlakte treffen we vele fruitkraampjes aan. Het middeleeuwse vakwerkstadje Gengenbach betreden we via één der stadspoorten. Op de markt staat een fontein met de stenen ridder. We moeten even zoeken want hij staat tussen de marktkraampjes want het is bloemenmarkt. De terugweg loopt door de rijnvlakte over ettelijke kilometers fietspad parallel aan een drukke hoofdweg. Wanneer we van deze wegdraaien rijden we voorbij aan drie grindgroeven. De waterplassen zijn vrijgegeven voor  waterrecreatie. De lucht ziet zwart richting bergen en even later verdwijnen deze achter een regengordijn. Wonderbaarlijk ontsnappen we aan de zondvloed en over kletsnatte wegen bereiken we opnieuw het kersendorp Ebersweiler. Tussen massa’s hoogstamkersen gaat het naar Nußbach. De wijnberg nog over en we zijn in Bottenau. Halverwege de heuvel in het gehucht Herztal houden we halt in de ‘Winzerstube’, een wijnlokaal, waar we kennismaken met een wijn van het Oberkircher wijngenootschap. Nog een korte ademberovende helling voorbij aan een kleurrijk kapelletje en we zijn er.

 

 

  

 

 

 

Door de Rijnvlakte naar Straatsburg

 

Over landwegen met hoogstamkersen en aardbeien fietsen we naar de Rijnvallei. We zijn nog maar net weg en de hemelsluizen gaan open. Onze hoop op wat zon verwatert al snel, het zal slechts eenmaal regenen tijdens onze rit vandaag en dat van begin tot eind. Een lange eenzame weg door natuurweiden en bosjes brengt ons in het bekoorlijke dorpje Kork. Te midden van vakwerkhuizen met kersenrood gekleurd houten gebeente en groene luiken staat een bronzen beeld van een stervende blinde stier. De sage vertelt nadat hij de grenzen van Kork afgebakend had om moord en doodslag te verijdelen onder klokkengeluid zelf zijn hart doorboorde. Voor deze heldendaad kreeg hij een sacrale begrafenis op mensenmaat in gewijde grond. Kehl ligt aan de Duitse zijde van de grens, aan de overkant ligt Straatsburg. We fietsen door het park der twee oevers dat verbonden is door een monumentale wandel- annex fietsbrug over de Rijn. Deze ‘Garden der zwei Ufer’ staat symbool voor de vriendschap tussen Frankrijk en Duitsland. Door de eeuwen heen is dat wel eens beduidend anders geweest. Het park zonder grenzen staat naargelang de seizoenen garant voor tuinexposities, cultuur-, concert- en circusvoorstellingen. Voor voetgangers en fietsers is dit de meest internationaal denkbare oversteek naar de Europese metropool. Straatsburg heet het Europees voorbeeld te zijn als fietsgrootstad. Vele fietspaden leiden tot in en door het historische centrum, naar het universiteitskwartier en aan de Europese instellingen voorbij.

Waarteken van de stad is de gotische Notre-Dame, 150 m hoog met in de portalen honderden heiligenbeelden. Het kathedraalplein geldt met zijn oude vakwerkhuizen als één der mooiste van Europa. De historische stadskern staat onder bescherming van het UNESCO werelderfgoed vanwege de prachtige architecturale bouwstijlen. De stad bezit vele leuke pleinen die verbonden zijn door een wirwar van straatjes. Één daarvan is de ‘Place Drogue’, een lang rechthoekig plein aan weerzijden afgeboord met oude platanen en aan het einde het operagebouw. Het meest bekoren heeft mij de ‘Place du Marche Gayot’, een klein tussen huizen verstoken vierkantig pleintje vol met gezellige terrasjes en enkel bereikbaar via smalle doorgangen. Wat we zeker niet mogen vergeten zijn de gebouwen of beter gezegd de moderne architectonische paleizen van de Europese instituten met als meest bekendste het Europese parlement, de Raad van Europa, het instituut voor de rechten van de mens, ...  Het mag gezegd, Straatsburg is voor fietsers. We vinden dat de oversteek van de Rijn over dezelfde fietsbrug van vanmorgen zeker loont. De regen heeft wat afgenomen en het lukt mij zelfs enkele sfeervolle foto’s te maken. Deze keer fietsen we door het centrum van Kehl naar de Kinzig die ons terug in de Rijnvlakte loodst. We rijden over landbouwstraatjes, waarvan enkele kilometers langs een autoweg. De plantages met hoogstamkersen vertellen ons dat het niet ver meer is. Via Nußbach en het gehucht Herztal, maar dan over een gemakkelijker wegje qua stijgingspercentage, gaat het naar Bottenau. Bij een wijngaard staat een bord van de Oberkircher Winzergenossenschaft. De heuvelrug erachter is in percelen beplant met verscheidene inheemse fruitsoorten, het lijkt wel een fruitarboretum. Vooraleer in te keren fietsen we nog even heen en weer naar de barokke Sankt Wendelkapel met heerlijk zicht op de weidse omgeving.

 

 

 

 

 

Over de Badische Weinstrasse

Kilometers lang fietsen we tussen de kersenplantages naar het kersendorp Mösbach. De bloesem moet hier overweldigend zijn, jammer genoeg zijn we daarvoor enkele weken te laat. Na Ulm verandert het landschap, we vinden ons opnieuw in de rijnvlakte met zijn natuurweiden en verspreide bosjes. We verteren een lange eenzame rechte weg, recht toe recht aan en sporadisch schiet een liedje van Boudewijn De Groot door mijn hoofd: “Hoe sterk is de eenzame fietser die krom gebogen over zijn stuur tegen de wind zichzelf een weg baant”. Weinig wind hier maar wel nattigheid. Een eenzame wandelaar kruist mijn pad, knikt vriendelijk en loopt de weg flierefluitend af in de andere richting. Aan de voet van de Zwarte Woudbergen treffen we op de Badische Weinstasse. Langgerekt gaat het op en neer voorbij het klooster Erlenbad naar Obersasbach waar de mooie vakwerkhuizen aandacht verdienen. Een mogelijkheid om in te keren laat ik aan mij voorbij gaan waardoor ik enige tijd later genoodzaakt ben om mijn lunchpakket in een bushokje te verorberen. Het stopt met regenen en de poncho gaat bovenop de fietstas. Gelukkig want het gaat bruusk omhoog met haarspeldbochten tussen en over de wijnbergen. In Kappelrodeck steken we de Archer over en hebben een mooi zicht op de Blosenkopfkapelle boven aan een wijngaard tegen de bosrand. Op de wijnroute hebben we oog voor enkele leuke dingen zoals het edele borreltje Hex vom Dasenstein met als uithangbord een heks gezeten op een geit. In Waldulm maken we een afsteker door de wijngaarden. Terug op de Oberberger Weinstrasse gaat het dan opnieuw over een kam richting Oberkirch. Ringelbach begroet ons met een beeld van de schutspatroon Sankt Wendelin. Even verder treffen we een wijnvat aan met de spreuken: ‘Wijn maakt het mensenhart blij’ en ‘Wijn is als levenswater voor de mens wanneer hij hem drinkt met mate’. In een volgende bocht staat een koperen distilleerketel boven op een steenoven symbool voor het brouwen van Kirsch en andere borreltjes. Een andere leuke tekst komen we tegen op een rotsblok bij een rustbank: ‘Wandel- en fietspad Badische wijnstraat. Allen die hier rondhangen en de wandel- en fietsweg gebruiken, wensen wij een heuglijke tijd’. We slaan de bewegwijzerde fietsroute richting Oberkirch in. Smalle wegjes gidsen ons door de wijngaarden tot in het centrum. Onderweg komen we voorbij de verblijfplaats van de dichter Grimmelhausen waar eventueel een afsteker naar de ruïne Schauenburg mogelijk is. Voor de klim ernaartoe heb je heel wat pootkracht nodig. ‘Schauen’ is Duits voor kijken, de burcht was dus oorspronkelijk een wachtplaats met wachttoren. Je ziet hier dan ook letterlijk neer op de stad. Leuk aan het bezoek is dat je achteraf door op een knop te drukken een gratis foto van jezelf met op de achtergrond de ruïne kan maken die je achteraf van de website kan downloaden. Aan ons verblijf in het Renchtal is een gastenkaart verbonden die verscheidene voordelen biedt. Een aparte ervaring is een wijnproeverij in het wijnhuis Julius Renner. De wijnzaak inclusief wijnlokaal zijn gelegen aan de wildwaterbeek die dwars door het centrum stroomt. We leren er een heerlijke rode Simplicius 2010 kennen. Mijn navraag naar een fles uit 2009, het super wijnjaar, is tevergeefs, de resterende zes flessen zijn voor eigen genot. We heffen het glas op de vier windrichtingen die we afschuimden. Zum Wohl! 
 


 























Praktisch

AFSTAND: 260 km

ROUTES:

1.     Allerheiligenwaterval + Schwarzwaldpark noord/midden 58 km

2.     Gengenbach 68 km

3.     Straatsburg 68 km

4.    Badische Weinstrasse 66 km

VERVOER: 510 km van Brussel/Antwerpen

LOGIES: Hotel Rebstock, D-77704 Bottenau/Oberkirch, tel: +49 7802 3047, www.landhotel-rebstock.de, info@landhotel-rebstock.de

 

 

KAARTEN: Brochure Radtourentipps, 10 routevoorstellen vanuit Oberkirch (€ 1); Rad- und Wanderkarte Rheinau-Ortenau, Straßburg-Offenburg 1:50000 (€ 4,95)

FIETSROUTES & FIETSINFO: www.renchtal-tourismus.de/de/Radtouren.html

INFO: Renchtal Tourismus, Bahnhofstraße 16, D-77704 Oberkirch, tel: +49 7802 82 600 www.renchtal-tourismus.de, info@renchtal-tourismus.de