Fietslussen in Picardie

 

Paleizen voor werknemers en keizers; heilige stieren en paardenmaneges; van landelijke gastenkamer tot vorstelijke kasteelkamer. In Picardie vind je het allemaal. De ideale fietstip net over de grens, tussen België en Parijs.

 

GPS-tracks: www.routeyou.com/route/view/1137867/fietsroute/fietsen/aisne1-thierache.nl

                   www.routeyou.com/route/view/1137869/fietsroute/fietsen/aisne2-coucy-laon.nl

                   www.routeyou.com/route/view/1137870/fietsroute/fietsen/oise1-pierrefonds-compiegne.nl

                   www.routeyou.com/route/view/1137886/fietsroute/fietsen/oise2-clermont-beauvais.nl

Versailles voor fabrieksarbeiders

Onze eerste toer ligt net over de Belgische grens. We volgen de prille Oise naar Guise waar we op een fascinerend woonidentiteit stoten. Een realisatie van Jean Baptiste André Godin (1817-1888), zoon van een eenvoudige slotenmaker. Vanaf zijn elfde werkte hij in het bedrijf van zijn vader. Tijdens zijn leerjaren reisde hij als gezel door Frankrijk om het vak grondig onder de knie te krijgen. Het afschuimen van de fabrieken was een confrontatie met armoede en rechteloosheid voor de fabrieksarbeiders. Bij zijn terugkomst startte hij in Guise een fabriek voor gietijzer in het dal van de Oise. Het bedrijfje van drie medewerkers groeide snel uit tot een onderneming met twintig arbeiders. En op het einde van de 19e eeuw was hij de producent nummer één van gietijzeren kachels en aanverwante artikelen. Hij werkte met een ver vooruitstrevend arbeidsmodel waar het productieproces samenhangt met het geluk van de arbeiders, de verdeling van rijkdom en de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Zijn sociaaleconomische ideeën keerde zich tegen de rationele ideeën over de industriële productiemaatschappij. Gezamenlijk werken, rekening houdend met ieders smaak, voorkeur en hartstocht leidde tot de bouw van een werknemerspaleis à la Versailles, de Familistère of het sociaal paleis. Vierkante blokken met glasdaken overtrokken binnenkoeren in u-vorm opgesteld. Achteraan in het park een kindercrèche. Tegenover een theater en gratis scholen. Voedingswaren kochten ze in grote hoeveelheiden aan, om ze dan aan een spotprijs aan te bieden in de eigen fabriekswinkels. Een zwembad met verwarmd bronwater, afkoelwater van het bewerkt gietijzer. De stoom ontstaan door de afkoeling liep door ingenieus kanaalsysteem naar de binnenkoeren en appartementen van de woonblokken die in de winter zorgden voor aangename warmte. In de zomer zorgden de kanalen voor toevoer van frisse verse lucht, net als de openingen in de glazen overkoepeling. Werknemers en directeurs leefden onder elkaar in een verdraagzaam socialisme. Na Godin zijn dood leefde zijn filosofie verder, maar de gedachtegang van de latere beheerders was niet zo integer als dat van zijn stichter wat de teloorgang van de Familistère betekende.

 

 

De omkeer

Aisne behoort tot de Thiérache, dat bekend is om zijn versterkte kerken. Machtsvertoon straalt uit van de massieve verdedigingstorens. Machtig zijn ook de uit de kluiten gewassen lindebomenrijen die de weiden afboorden. De ideale schaduwleveranciers voor vele grazende koeien. Koeien, we komen ze overal tegen in de Aisne. Koeien zijn ook een thema in onze landelijke chambre d’hôte in Sorbais, een beeldje, een servettenhouder, … De eigenaars hebben enkele jaren hun leven een totaal andere wending gegeven. Als apothekers hadden ze weliswaar veel menselijk contact, maar waren het beu alsmaar het geklaag en gekreun van hun klanten te moeten aanhoren. Vakantiegangers vinden zij blijere mensen die leukere verhalen vertellen en waarom dan geen gastenkamers verhuren.

 

De donjon der donjons

Koeien vinden we ook terug op onze volgende rit. Boven in de twee kerktorens van de kathedraal van Laon zijn zestien stieren geplaats. Niemand weet wat de bedoeling is van die beesten daar in de torens, bizar maar ook een beetje speciaal. Laon ligt bovenop een overheersende kalkheuvel en is door vele onderaardse gangen ondermijnd. De onderaardse gangen van de citadel zijn te bezoeken.  De stad was een prefectuur en bezit daardoor maar een klein winkelcentrum. De kanunnikenwijk was vroeger volledig afsluitbaar met poorten, om bij nacht hun eigendommen te behoeden voor het gespuis. Omheen de volledig bewaarde stadsmuur loopt een grindpad dat volledig af te fietsen valt. Maar die tijd hebben we niet meer, wij dwaalden te lang door de enge middeleeuwse straatjes. Een bijzonder romantisch plekje is het dorpje Bourguignon-sous-Montbavin gelegen tegen een beboste heuvelflank. Wat nu bos is waren vroeger wijnbergen. Een oud stenen ornament tegen een omheiningsmuur verwijst naar deze periode. Het dorpje met zijn rustieke huizen en bemuurde straatjes is het uitverkoren terrein van vele landschapsschilders. Boven het landschap uit steekt de fabuleuze ruïne van Coucy-le-Château. Één van Frankrijks beroemdste architecten uit de Napoleonperiode, Violette-Le-Duc, verklaarde het volgende: “de grootste torens bekend hetzij in Frankrijk, in Italië of Duitsland verdwijnen in het niets bij het aanschouwen van deze collosale donjon. We slapen binnen de muren in een burgerhuis. De eigenares baat een winkeltje uit van lokale streekproducten.

Camelot ligt in Frankrijk

Met Violette-Le-Duc zijn we bij een groots architect terechtgekomen die gespecialiseerd was in het restaureren van middeleeuwse gebouwen. Hij restaureerde onder meer de citadel van Carcassonne, de Notre-Dame in Parijs en de Basiliek van Vézelay tot hij in 1858 in opdracht van Napoleon III de restauratie van het kasteel van Pierrefonds onder handen nam. Een droomproject dat resulteerde in een middeleeuws ogend sprookjeskasteel. Het indrukwekkende kasteel diende als lustkasteel en uitvalbasis voor jachtpartijen. In 1832 vond in de ruïne het trouwbanket plaats van Leopold I, koning der Belgen en Prinses Louise-Marie van Orléans, dochter van Louis-Philippe, koning der Fransen. Het kasteel diende als decor in vele films, maar het meest bekend is het kasteel als Camelot in de Engelse serie ‘Merlijn’.

De overgave

Tussen het kasteel van Pierrefonds en het paleis van Compiègne ligt het jachtgebied van de Napoleons. Door het woud loopt een prachtig fietspad dat beide kastelen verbindt. Maar vooraleer we het paleis van Compiègne bezoeken maken we een ommetje naar ‘Het monument van de overgave’. Hier werd op 11 november 1918 in een daarvoor speciaal aangebrachte treinwagon de overgave bekrachtigd van Duitsland aan Maarschalk Foch. Op 22 juni 1945 legde Hitler in dezelfde wagon op dezelfde plaats een Franse delegatie de overgave voor waarop hij de wagon naar Berlijn liet transporteren. De huidige wagon is een identiek exemplaar, de originele werd in 1945 vernield.

Het jachtpaleis

Onder Karel V is het gebouwd, Lodewijk XIV, XV en XVI hielden er grote feesten. Napoleon I richtte er een prachtige kamer in voor Joséphine zijn eerste vrouw. Maar voordat deze klaar was, scheidde hij van haar omdat ze hem geen kinderen kon schenken. Marie Louise van Oostenrijk, zijn tweede vrouw genoot er later met volle teugen van. In de grote ontvangstzaal zien we een beeld van Napoleon Bonaparte in outfit van een Romeinse keizer. Het park leunt aan bij het woud van Compiègne door de aanleg van de avenue des Beaux-Monts die een diepe lijn trekt door het fraaie bos van eiken en beuken, naar Les Beaux-Monts waar men een heerlijk uitzichten heeft. Onder Napoleon III beleefde het paleis zijn gloriejaren. Middenin het bos ligt het pittoreske dorpje St.-Jean-aux-Bois, middeleeuws getint door oude poorten en natuurstenen huisjes met houten luiken en oude lantaarns aan de muren. We draaien er een lusje.

 

De culinaire geheimen van Virginie

Virginie Staub drukte duidelijk haar stempel op de gastenkamers van haar 18de eeuws landhuis ‘Un Air de Campagne’. Sfeervol aangekleed met boeken, popjes, spreuken en leuke hebbedingetjes. Het diner serveert ze op de kamers, gelegen in de bijgebouwen van de villa. Op tafel ligt haar kookboek ‘Les secrets culinaires de Virginie’. In afwachting van ons eten bladeren we het even door. Gebak en desserts zijn blijkbaar haar specialiteit. Maar de warme gerechten zijn ook een festijn. Dat merken we wanneer ze samen met haar dochtertje enkele gerechten uit het boek of afgeleiden ervan serveert. ´s Morgens geen normaal Frans ontbijt van croissants, baguette en confituur. Maar daar bovenop yoghurt, ontbijtgranen, cakes en koekjes.

 

Kasteeleigenaars en bricoleurs

Onze laatste route ligt een zestig tal kilometers ten noorden van Parijs. Startpunt is het kasteel van Auteuil, onze laatste chambres d’hôtes. Op de oprijlaan krijgen we zicht op een monumentale paardenstoeterij. Ook achter het kasteel lopen paarden, in feite is het kasteel van Auteuil omsloten door twee grote maneges. In de 19de eeuw was dit alles eigendom van graaf Archambault de Combault d'Auteuil. De adellijke familie verhuisde naar Parijs en bouwde daar een identiek kasteel. Het totaal vervallen origineel kwam in de jaren negentig in bezit van een schilder, vervolgens terecht bij een lid van de Libanese jetset en in 2003 uiteindelijk bij Pol en Sabine, twee gepassioneerde kasteelliefhebbers die vandaag de dag nog altijd eigenhandig bezig zijn met de renovatie van de laatste van de in totaal vijftig vertrekken. Pol leidt ons dan ook met trots rond in zijn paleis en geeft uitleg over het kasteelleven destijds. Zo vernemen we dat er onder de eettafel een pedaal bevindt die een bel doet klingelen in de keuken, het teken waarop het personeel in actie schoot. En ook dat vanuit het kasteel twee kilometers lange onderaardse gangen liepen naar twee dorpen.

 

Fietssnelweg Parijs-Londen

Op de oprijlaan ontmoeten we een paardenverzorger van de stoeterij. We komen in gesprek met hem en zijn verwonderd dat hij onze woonplaats Tongeren kent. Nadat wij vernemen dat hij ook Belg is, Dewulf noemt en als jockey koerste op de Tongerse hypodroom gaat bij mij een lichtje branden Ik herinner mij nog dat hij geregeld in mijn tiercé voorkwam.

Twee hoofdingrediënten presenteren zich vandaag. De doorsteek van het dominale woud  Hez-Froidmont en de fietsroute Parijs-Londen. De streek ten zuiden van Beauvais waar we starten is uiterst bekoorlijk. Hier zijn geen fietswegen uitgezet maar de wegjes door het heuvelachtig weidelandschap lenen zich uitstekend voor heerlijke fietstochten. Leuk hierbij is dat we aan kleine landschapstaferelen voorbijkomen als een eenzaam op een heuvel in het veld staand kerkje, een oude industriële watermolen, een vliegtuigmuseumpje. Tussen Beauvais en Clermont is een fietscircuit aangelegd waarbij ze gebruik maken van zogenaamde Trans Óise Voies Vertes, brede fietspaden met twee rijrichtingen. Op de fietsroute Parijs-Londen tussen beide steden komen we gelijkaardig fietspaden tegen. Tussen La Neuville-en-Hez en Beauvais loopt de Voie Verte over een oude spoorbaan, maar ook hier ligt deze jammer genoeg op een honderdtal meters van een autoweg. Enig mooi is de doorsteek van het woud Hez-Froidmont. Er loopt een fietsroute doorheen die een verbinding maakt tussen Hermes, de abdij van Froidmont en La Neuville-en-Hez. Vanaf de volledig ommuurde abdij gaat het wel even serieus omhoog het woud in. Wij laten de afslag naar La Neuville-en-Hez (wanneer je deze neemt kort je de route met 10 km in) links liggen en volgen het magnifieke op en neer deinende wegje rechttoe rechtaan richting Clermont. Over de fietssnelweg tussen Clermont en Beauvais hebben we alles al gezegd. Het project is uiteraard een zeer mooi initiatief en zeker een meerwaarde voor het fietstoerisme, maar wij verkiezen toch de leuke lokale wegjes boven de fietssnelwegen.

De onvoltooide kerk

Beauvais heeft een leuk centrum met centraal gelegen de kathedraal Saint-Pierre. Oorspronkelijk romaans gebouwd op de grondvesten van een Romeins castrum zag men het in de middeleeuwen gans groots. Ze bouwden de hoogste gotische kerk ter wereld, alvast dat was het plan. Het bouwen van het 45 m hoge koor liep al fout, het klapte als een kaartenhuisje in elkaar onder het enorme gewicht. Bij de heropbouw kwam tussen elke gotische boog een extra pilaar om het extreem hoge koor te dragen. Waar de 150 m hoge toren moest komen staat door gebrek aan geld nog steeds een deel van de oude Romaanse kerk. Door de eeuwen heen is de kerk beginnen te schuiven en enorme metalen en houten constructies binnenin de kerk houden het geheel tezamen op zijn plaats. Desniettemin zijn ze trots op hun onvoltooide kerk met het hoogste gotische koor te wereld. Achter de kathedraal vinden we een restant van de Romeinse verdedigingsmuur en een middeleeuwse huis. De Romaanse Maladrerie Saint-Lazare getuigt van eeuwenoude ziekenzorg. Wij verblijven er maar kort want er wacht ons een kasteelkamer, dat vinden we leuker dan een ziekenbed.

 

Praktisch

Zowel de streken Aisne als Oise beschikken over op fiches beschreven fietslussen. Wij kozen er telkens twee per regio en combineerden deze met onze overnachtingplaats. We

reisden met de auto naar de volgende verblijfplaats, die we telkens als startpunt namen voor onze tochten. De verbinding van het logies naar de eigenlijke route gebeurde over kleine fietsvriendelijke departementale wegen.

Routes: Aisne: 63 km + 74 km; Oise 73 km + 78 km

Brochures en gidsen: Oise à vélo; fietsgids Parijs-Londen; fietsfiches te downloaden op de website

Info: www.picardietourisme.com

Aisne: www.aisne-a-velo.com, www.evasion-aisne.com, www.aisne-a-velo.com

Oise: www.oisetourisme.com, www.oise-randonnee.com/A-velo

Wij logeerden in:

Chambre d’hôtes Le Bocage: 10 rue du Gué, F- 02580 Sorbais, lebocage-sorbais.fr, lebocagesorbais@orange.fr, Tel: +33 3 23 97 49 83

Chambre d’hôtes de Mme Lefèvre: 3 rue Traversière, F-02380 Coucy-Le-Château, www.evasion-aisne.com, savine.lefevre@gmail.com, Tel: +33 3 23 52 76 64

Chambre d’hôtes Un Air de Campagne: 60 route de Reims, F-60350 Couloisy, www.unairdecampagne.net, virginie-picantins@wanadoo.fr, Tel: +33 6 19 32 20 87

Chambre d’hôtes Château d’Auteuil: Route de Noalli, F-60390 Berneuil-en-Bray, www.chateaudauteuil.com, enviedechateau@chateaudauteuil.com, Tel: +33 6 98 95 51 05